VLOEIENDHEIDSSTOORNISSEN
Spreken is een complexe vaardigheid waarbij je klanken met de juiste snelheid en kracht en op het juiste moment moet produceren. Het spreekt dus voor zich dat iedereen wel eens over zijn woorden struikelt of al eens het gevoel heeft onvloeiend te spreken. Dat is zeker niet abnormaal. Niemand kan altijd en volledig vloeiend spreken. Vaak gaan we dan woorden of zinsdelen herhalen of pauzes inlassen. In dit geval spreken we over normale onvloeiendheden, waarbij de eenheid van de woorden niet doorbroken wordt en waarbij er geen gevoel van controleverlies optreedt. Kinderen maken in de eerste vijf levensjaren een explosieve groei door op vlak van taal. Vaak moeten ze dus wel eens naar woorden zoeken of bepaalde zinsdelen herhalen. Ook bij volwassenen is het volkomen normaal dat niet alle zinnen er even vlotjes uitkomen.
Stotteren
Als het gaat om abnormale onvloeiendheden spreken we over stotteren. Meestal komen deze onvloeiendheden dan veelvuldig voor. Er kan sprake zijn van herhalingen, verlengingen, blokkades, pauzes of stopwoorden. Vaak treedt ook het gevoel op dat men geen controle meer heeft over het spreken. De motorische planning van het spreken verloopt dus anders dan de eigenlijke uitvoering. Het gebeurt ook dat deze onderbrekingen gepaard gaan met andere motorische activiteiten van de spraakorganen (bv. spanning in het gezicht), of dat andere lichaamsdelen gaan meebewegen. Over het algemeen komt stotteren vaker voor bij jongens dan bij meisjes en kan het op eender welke leeftijd beginnen. Toch ontstaat stotteren voor de overgrote meerderheid tussen het tweede en vijfde levensjaar. Bij heel wat jonge kinderen kan het vanzelf overgaan. Wanneer het stotterprobleem echter langer dan 3 maanden aanhoudt, wijst dit erop dat uw kind toch gespecialiseerde logopedische hulp nodig heeft. Ook bij jongeren en volwassenen kan de stap naar begeleiding gezet worden.
Stotteren is meestal een complexe en hardnekkige stoornis die niet gemakkelijk onder controle te krijgen is en waarbij we met verschillende factoren rekening dienen te houden. Naast hoorbare en zichtbare kenmerken, moet men zich ook bewust zijn van de onderliggende gedachten en gevoelens van de persoon die stottert. Vaak gaat stotteren gepaard met gevoelens van schaamte, minderwaardigheid, frustratie, woede, angst, … daarom kan in sommige gevallen psychologische begeleiding aangewezen zijn om deze gevoelens op te vangen.
Spreekvrees
Ook bij spreekvrees hebben mensen spanning om te spreken en ervaren ze een storende angst. Ze hebben negatieve gedachten en gevoelens over hun spreken en uiteindelijk gaan ze spreeksituaties vermijden. Het kan al op kinderleeftijd voorkomen. Dan spreken deze kinderen wel in vertrouwde situaties, maar door extreme verlegenheid of angst durven ze in sommige situaties niet te spreken. Deze kinderen hebben geen andere communicatie- of ontwikkelingsstoornis, maar ze ervaren slechts in enkele situaties een onvermogen om te spreken. In dit geval spreekt men van selectief mutisme.
Broddelen
Broddelen is een minder bekend vloeiendheidsprobleem. Mensen die broddelen praten chaotisch, snel en onsamenhangend, articuleren slordig en slikken bepaalde delen van woorden in. Het is hierdoor voor de luisteraars moeilijk om hun verhaal te volgen. Personen die broddelen zijn zich er zelf niet altijd van bewust dat anderen hen moeilijk verstaan. Vaak heeft de omgeving eerder door dat er een probleem aanwezig is dan de persoon die broddelt zelf. Personen die broddelen kunnen hun gedachten moeilijk verwoorden, ze hebben vaak ook last van hyperactiviteit en een slechte concentratie.